De wisselwerking tussen de nationale wetgeving en de EU-wetgeving voor kinderen die binnen de EU de grens oversteken, is uiterst complex en komt steeds vaker voor. Rechters hebben EU-instrumenten voor materies zoals ouderlijke verantwoordelijkheid, onderhoudsgeld en erfenissen, maar deze instrumenten behandelen niet de vraag of er een (juridische) ouder-kind band bestaat. Dit wordt overgelaten aan het nationale recht (internationaal privaatrecht – IPR inbegrepen). Deze situatie kan een belemmering veroorzaken voor de uitoefening van het recht op vrij verkeer van kinderen en hun gezinnen. Dit kan ook de mensenrechten schenden/ondermijnen. De Europese Commissie heeft onlangs het voorstel inzake afstamming COM(2022)695 neergelegd, en zo aangegeven dat actie in dit domein nodig is. Totdat de nieuwe verordening is aangenomen, is de effectieve en coherente toepassing van het EU-acquis soms afhankelijk van de werking van nationale wetgeving, waaronder IPR.
Het UniPAR-project heeft tot doel de effectieve en coherente toepassing van het EU-acquis te verbeteren door (1) afstammingskwesties te identificeren die zich voordoen in verband met bestaande secundaire EU-wetgeving, en de mogelijke impact van de Afstammingsverordening op EU-niveau te analyseren; (2) te analyseren hoe ouderschap in zes landen wordt behandeld in het nationale (internationaal privaat-)recht, ook op basis van voorbeeldcasussen; (3) de kwesties te bespreken met belanghebbenden bij een internationale workshop in Brussel en zes nationale seminars; (4) conclusies en aanbevelingen te formuleren. De uiteindelijke conclusies en aanbevelingen worden gepresenteerd op een internationale conferentie en gepubliceerd in een Open Access boek. UniPAR omvat ook een robuuste communicatiestrategie. Het UniPAR Consortium bestaat uit onderzoekers uit België, Bulgarije, Kroatië, Italië, Polen en Spanje. De partners brengen expertise op het gebied van afstamming, nationaal en internationaal privaatrecht, EU-recht en mensenrechten. Doelgroep: Rechters, advocaten, notarissen, ambtenaren, juristen en beleidsmakers, academici, middenveldorganisaties.